Hof Den Haag overweegt dat de heffingsambtenaar op grond van art. 40 WOZ niet verplicht is kopieën van op de zaak betrekking hebbende stukken aan de belanghebbende toe te zenden.

Belanghebbende komt op tegen de WOZ-waarde. In hoger beroep stelt hij onder andere dat de heffingsambtenaar in strijd met de artt. 7:4 Awb en art. 40 WOZ niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft verstrekt voorafgaand aan het hoorgesprek in bezwaar.

Hof Den Haag overweegt dat de heffingsambtenaar op grond van art. 40 WOZ niet verplicht is kopieën van op de zaak betrekking hebbende stukken aan de belanghebbende toe te zenden. Art. 7:4 Awb verplicht alleen tot de ter inzage legging van de stukken en op verzoek verstrekking van kopieën van deze als belanghebbende de stukken heeft ingezien. Belanghebbende is tot het inzien uitgenodigd. Art. 7:4 lid 4 Awb kent ook geen verplichting om op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan het horen toe te zenden. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 40

Algemene wet bestuursrecht 7:4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 1 juni

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen