X is houder van een Audi A3 en een Suzuki motorfiets. Zij betaalt de motorrijtuigenbelasting door middel van automatische incasso. In januari 2020 is deze beëindigd vanwege het overschrijden van het maximaal toegestane aantal storneringen binnen één jaar. Het geschil betreft de naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting voor de gestorneerde bedragen.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de verschuldigde belasting niet (tijdig) is voldaan, zodat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd. X beroept zich vergeefs op de stellingen dat een contract met de inspecteur nodig is voor de heffing van belasting, dat de verschuldigde belasting verrekend moet worden met de individuele geboortetrust van X en het 'Exoneratie-arrest' van de 'Hoge Raad van de Kinderen'. X miskent hiermee dat belastingen worden geheven uit hoofde van de Grondwet en de daarop gebaseerde wetgeving, de door X gewenste verrekening als zodanig niet tot een verlaging van de naheffingsaanslagen kan leiden en de door X aangehaalde rechterlijke colleges en bepalingen niet bestaand dan wel niet van toepassing zijn. De beroepen van X zijn ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant