Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv geen bezwaar heeft gemaakt tegen de verliesvaststellingsbeschikkingen van 2011 en 2012, zodat de kwalificatie als houdsterverliezen onherroepelijk vaststaat.

X bv doet VPB-aangifte over 2017 en 2018. In beide aangiften is normale winst (niet-houdsterwinst) verantwoord, die zij vervolgens verrekend met haar verliezen uit 2011 en 2012. Volgens de inspecteur is dat niet mogelijk, omdat die verliezen destijds bij beschikking als houdsterverliezen zijn aangemerkt. In geschil is of de verrekening terecht is gecorrigeerd.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv geen bezwaar heeft gemaakt tegen de verliesvaststellingsbeschikkingen van 2011 en 2012, zodat de kwalificatie als houdsterverliezen onherroepelijk vaststaat. Er zijn geen bijzondere omstandigheden die nopen tot doorbreking van de formele rechtskracht van de beschikkingen. De beroepen van X bv zijn ongegrond.

Lees ook het thema Verliesverrekening in de vennootschapsbelasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 20

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 20b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 15 juni

17

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen