Belanghebbende, X, is eigenaar van een perceel grond op Texel dat in hoofdzaak valt onder de Natuurbeschermingswet 1998. Het perceel bestaat uit 47.002 m² bosgrond en 1.145 m² toegangswegen. Op 26 september 2008 heeft X – zelf makelaar - in een openbare verkoop € 205.000 betaald voor het perceel. In geschil is de WOZ-waarde 2009 van het perceel (peildatum 1 januari 2008). X beroept zich op een vrijstelling.
In navolging van Rechtbank Alkmaar oordeelt Hof Amsterdam dat het perceel bosgrond niet buiten aanmerking blijft bij het bepalen van de WOZ-waarde. De uitzondering van art. 2 lid 1 onder a, Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet WOZ is niet van toepassing aangezien X niet aannemelijk maakt dat de bosgrond bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd. Ook de vrijstelling van art. 2 lid 1 onder c is niet aan de orde aangezien geen sprake is van beheer van het perceel door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid. Het hof beoordeelt vervolgens of de WOZ-waarde van het perceel juist is. Het hof verwerpt de stelling van de gemeente dat X de waarde in hoger beroep niet ter discussie mag stellen nu hij dat eerder in bezwaar en beroep niet heeft gedaan. Het hof overweegt dat X dat laatste wel heeft gedaan door zich te beroepen op een vrijstelling. Het hof acht de waarde van € 145.000 evenwel niet te hoog, mede gelet op de door X betaalde aankoopsom. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema over de WOZ.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam