Belanghebbende, de heer X, en zijn zuster zijn de erfgenamen van hun in 2012 overleden ouders. Tot de nalatenschap behoort de voormalige woning van de ouders, alsmede twee aflossingsvrije hypothecaire leningen. De woning is aanvankelijk te koop gezet. Aangezien de verkoop niet wilde vlotten, is X er in 1 mei 2013 zelf gaan wonen. In geschil is of X de door hem betaalde rente in zijn IB-aangifte over 2014 terecht heeft afgetrokken. Volgens de inspecteur is de rente niet aftrekbaar, omdat deze betrekking heeft op aflossingsvrije leningen.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de rente niet aftrekbaar is omdat er geen contractuele verplichting tot aflossing is. X beroept zich vergeefs op het vertrouwensbeginsel. Hij maakt niet aannemelijk dat een medewerker van de Belastingdienst bij het invullen van zijn aangifte de expliciete toezegging heeft gedaan dat de rente wel aftrekbaar zou zijn. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.119c
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 13 juni