X is eigenaar van een kantoorpand. Het pand wordt verhuurd aan de Politie Gelderland Midden, een niet-BTW-plichtige organisatie. De WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2010 is door de gemeente Arnhem vastgesteld op € 4.084.000. X vindt deze waarde te hoog.
Rechtbank Arnhem verwerpt het standpunt van X dat het pand exclusief BTW moet worden gewaardeerd, omdat het zonder BTW wordt verhuurd. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat onroerende zaken die op de waardepeildatum nog niet twee jaren in gebruik zijn, altijd inclusief omzetbelasting moeten worden gewaardeerd. De omzetbelasting maakt dan dus deel uit van de waarde in het economische verkeer. Onroerende zaken die meer dan twee jaren in gebruik zijn worden exclusief omzetbelasting gewaardeerd (vergelijk HR 9 februari 2007, nr. 41.265, V-N 2007/15.23). Eén en ander is een gevolg van het feit dat vanaf twee jaar na ingebruikneming sprake is van een vrijgestelde levering in de zin van art. 11, lid 1 onderdeel a1, Wet OB 1968. Daarvóór is de levering belast. Toepassing van deze bepaling leidt weliswaar tot een waardeval van de onroerende zaak twee jaar na ingebruikneming, maar gelet op voornoemd arrest van de Hoge Raad heeft dat geen gevolgen voor de waarde van het kantoorpand op de waardepeildatum.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Arnhem