X is eigenaar van 62 garageboxen in de gemeente Groningen. De heffingsambtenaar van deze gemeente heeft aan X voor elk van de boxen een aanslag rioolheffing opgelegd van € 131,80. In geschil is of dit terecht is. Rechtbank Noord-Nederland vernietigt de aanslagen voor 3 boxen die niet zijn aangesloten op het gemeentelijke riool en waarvan ook het hemelwater niet belandt in de gemeentelijke riolering.
Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 1 juli 2014, 13/00478, V-N Vandaag 2014/1428) vernietigt nog eens 14 aanslagen rioolheffing. Volgens het hof heeft de gemeente ook voor deze boxen niet aannemelijk gemaakt dat deze boxen direct of indirect over een aansluiting op het gemeentelijke riool beschikken. Het hof oordeelt verder dat de gemeente terecht iedere box die wel is aangesloten terecht in de heffing betrekt. Nu elke garagebox een afzonderlijke onroerende zaak is, vindt de samenstelbepaling uit de gemeentelijke belastingverordening geen toepassing. De heffing van rioolheffing per afzonderlijke garagebox leidt ook niet tot een onredelijke of willekeurige belastingheffing, aldus het hof. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad
Editie: 17 april