Belanghebbende, X, is eigenaar van een vrijstaande woonboerderij uit 1874 in de gemeente Scherpenzeel. De woning is een gemeentelijk monument. In geschil is of de gemeente bij het bepalen van de WOZ-waarde voldoende rekening heeft gehouden met de waardedruk als gevolg van de aanwezigheid van asbest. X becijfert deze waardedruk op € 60.000, de heffingsambtenaar gaat uit van € 36.000.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar bij het bepalen van de WOZ-waarde voldoende rekening heeft gehouden met de aanwezigheid van asbest in het dakbeschot van de woning van X. De verwijderingsplicht per 1 januari 2024 geldt niet voor asbest aan de binnenkant van gebouwen, zoals in het dakbeschot. De taxateur van de gemeente heeft de kosten van verwijdering en herstel van asbesthoudend materiaal berekend aan de hand van een offerte uit april 2017, maar heeft wel een correctie toegepast voor de waardetoename door het nieuwe dak. Het hof kan zich vinden in de aanpak van de heffingsambtenaar en verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 29 januari