X is eigenaar en/of gebruiker van een melkveebedrijf met vrijstaande bedrijfswoning. In geschil is of de heffingsambtenaar bij het bepalen van de WOZ-waarde 2016 voldoende rekening heeft gehouden met de slechte marktsituatie in de melkveebranche.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de gemeente bij de WOZ-waardering van het melkveebedrijf van X voldoende rekening heeft gehouden met de slechte marktsituatie in de branche. Dat in de taxatiewijzer die betrekking heeft op 1 januari 2016 is vermeld dat vergelijking van de geschoonde koopsommen van de voor de marktanalyse gebruikte transacties van melkveehouderijbedrijven met de in TIOX gevonden modelwaarden een gemiddelde afwijking van 13% laten zien, betekent niet dat de heffingsambtenaar de (totale) modelwaarde uit TIOX van het agrarisch object had moeten corrigeren met deze 13%. De heffingsambtenaar heeft voor de waardering terecht aansluiting gezocht bij de taxatiewijzer die betrekking heeft op 1 januari 2015. Daarbij heeft hij nog een extra correctie toegepast in verband met de slechte marktsituatie. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 24 maart