De Eerste Kamer heeft op 21 maart 2017 het wetsvoorstel beperken van de heffingsbevoegdheid van precariobelasting voor enige openbare werken van algemeen nut aangenomen. Het wetsvoorstel treedt op 1 juli 2017 in werking.

Voortaan kan geen precariobelasting meer worden geheven ter zake van netwerken die zich bevinden onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde grond van de gemeente, de provincie of het waterschap. Hiermee is beoogd een einde te maken aan de situatie dat burgers via de heffing van precariobelasting door een naburige gemeente indirect worden betrokken in een heffing van een bestuurslichaam ten aanzien waarvan zij geen democratisch stemrecht hebben. In de overgangsperiode tot 1 januari 2022 kan een gemeente, provincie of waterschap precariobelasting heffen voor zover hij op 10 februari 2016 een tarief had voor precariobelasting op nutsnetwerken. Gedurende die periode is het tarief gemaximeerd tot het tarief dat op 10 februari 2016 gold.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Regelgevende instantie: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Editie: 24 maart

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen