Rechtbank Dordrecht oordeelt dat de gemeente Schoonhoven bij de waardebepaling van appartementen ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de verschillen in woonoppervlakte en met geluidshinder.

X is eigenaar van verschillende objecten in een complex. In geschil is de objectafbakening en de hoogte van de afzonderlijke waarden.

Rechtbank Dordrecht oordeelt dat de gemeente terecht de waarde niet voor het complex als geheel, maar naar de verschillende onderdelen heeft vastgesteld. De stelling van X dat de diverse afdelingen en appartementen zodanig zijn gelegen dat verkoop per onderdeel zonder ingrijpende verbouwing niet mogelijk is, maakt dit niet anders, nu dit in het kader van art. 16 van de Wet WOZ niet van belang is. De rechtbank stelt vast dat de gemeente de waarden van de bedrijfsobjecten lager heeft vastgesteld dan volgt uit de taxatieopbouw in het door X overgelegde taxatierapport. De rechtbank vermindert de WOZ-waarden van de woonappartementen. De taxateur heeft de woonoppervlakte berekend volgens de NEN 2580 norm. Nu de woonoppervlakte een waardebeïnvloedende factor is, heeft de gemeente daar ten onrechte geen rekening mee gehouden. Ook het woonoppervlak van de gebruikte vergelijkingsobjecten is niet inzichtelijk gemaakt. Voorts is onduidelijk hoe de gemeente rekening heeft gehouden met de gestelde ernstige geluidshinder van de in het complex aanwezige fabriek. Nu de taxateur van X wel rekening heeft gehouden met het woonoppervlak en de woningen inpandig heeft opgenomen, waarbij rekening is gehouden met de geluidshinder, acht de rechtbank de door hem voorgestane waarden voldoende aannemelijk gemaakt

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Dordrecht

2

Gerelateerde artikelen