Belanghebbende, X, is eigenaar van een woonboerderij uit 1910 met garage, stal en schuur met aangrenzend enkele percelen weiland. Op 28 juli 2006 heeft X de onroerende zaak gekocht voor een bedrag van € 465.000. X verschilt met de heffingsambtenaar van de gemeente Westerveld van mening over de hoogte van de WOZ-waarde 2010. De gemeente verdedigt de vastgestelde WOZ-waarde van € 487.000.
Volgens Hof Leeuwarden heeft de gemeente met het taxatieverslag en de waardematrix en de daarop ter zitting gegeven toelichting en aanvulling aannemelijk gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld. De verkoopcijfers van de referentieobjecten geven voldoende inzicht in de waarde van de onroerende zaak omstreeks de peildatum, waarbij de heffingsambtenaar met de verschillen tussen de onroerende zaak en de referentieobjecten voldoende rekening heeft gehouden. De door de heffingsambtenaar gehanteerde prijs van € 2,50 per m² voor de cultuurgrond ligt in de lijn van verkoopcijfers van percelen agrarische grond. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond en bevestigt de beslissing van de rechtbank.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Leeuwarden