Het Gerechtshof Arnhem oordeelt in hoger beroep dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk maakt dat de huurprijs die X is overeengekomen niet zakelijk is.

X is eigenaar van een bedrijfspand met kantoren, opslag en distributie. De WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2007, is vastgesteld op € 2.993.000. In bezwaar is de waarde verminderd tot € 2.276.000. De Rechtbank Arnhem heeft de waarde in beroep verminderd tot € 1.742.400. De gemeente is in hoger beroep gekomen. In hoger beroep oordeelt het Gerechtshof Arnhem dat de heffingsambtenaar niet is geslaagd in de op hem rustende bewijslast. Als uitgangspunt heeft te gelden dat een tussen niet-gelieerde partijen overeengekomen huurprijs als zakelijk kan worden aangemerkt. De partij die stelt dat dit anders ligt, heeft daarvan de bewijslast. De enkele omstandigheid dat een reeds tussen partijen bestaande huurovereenkomst wordt voortgezet, rechtvaardigt niet de conclusie dat de daarbij nader overeengekomen huurprijs onzakelijk is. Bijkomende omstandigheden die tot een ander oordeel nopen, zijn niet gesteld door de gemeente. De in april 2004 tot stand gekomen huurprijs is echter te ver verwijderd van de waardepeildatum. Het Hof is van oordeel dat de op basis van het CPI-Alle huishoudens (2000=100) geïndexeerde huurprijs per 1 januari 2007 van € 158.400 als huurwaarde in het kader van de huurwaardekapitalisatiemethode per 1 januari 2007 in aanmerking kan worden genomen. In aanmerking genomen dat de kapitalisatiefactor van 11 niet in geschil is, bedraagt de waarde per 1 januari 2007 11 x € 158.400 is € 1.742.400. Het hoger beroep is ongegrond.  

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem

Editie: 13 februari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen