X is eigenaar van een bedrijfspand met een woongedeelte. Aan hem is een WOZ-beschikking afgegeven, waarbij de waarde naar waardepeildatum 1 januari 2010 is vastgesteld op € 720.000. Rechtbank Groningen verklaart het beroep ongegrond. In hoger beroep is de WOZ-waarde wederom in geschil. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente de WOZ-waarde niet aannemelijk maakt. De huurwaarden per m2 brutovloeroppervlakte van het bedrijfsgedeelte zijn niet op een voor het hof toetsbare wijze herleid uit marktgegevens. Geen van de bij de bepaling van de bruto huurwaardekapitalisatiefactor gebruikte grootheden is in het taxatierapport onderbouwd. Bij de waardebepaling van het woongedeelte is de rekenprijs per m3 niet onderbouwd met marktgegevens van vergelijkbare objecten. Hoewel in het rapport van X ook herleidbare gegevens ontbreken, is dat rapport opgemaakt door twee taxateurs die zijn aangewezen door partijen met tegengestelde belangen, te weten de Rijksbelastingdienst en de verkrijger(s) krachtens erfrecht. Aannemelijk is dat de waarde waartoe een dergelijke taxatie leidt, niet ver verwijderd is van de waarde in het economische verkeer, die immers eveneens tot stand komt uitgaande van twee tegengestelde belangen, namelijk die van koper en verkoper. Om die reden neemt het hof de door X voorgestane waarde ad € 664.000 over.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden