Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen een WOZ-beschikking voor een samenstel van een woongedeelte en een bedrijfsgedeelte. De heffingsambtenaar concludeert dat de objectafbakening niet klopt. Hij past de afbakening zodanig aan dat de WOZ-beschikking nog slechts betrekking heeft op het woonhuis. De oorspronkelijke aanslagen OZB en watersysteemheffing worden door de heffingsambtenaar vernietigd. X maakt bezwaar tegen de nieuwe aanslagen die de heffingsambtenaar heeft opgelegd voor het bedrijfsgedeelte. X stelt dat de heffingsambtenaar om de objectafbakening te herstellen de aanslagen had moeten verminderen in plaats van vernietigen.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar ter herstel van de foutieve objectafbakening de oorspronkelijke aanslagen mocht vernietigen en daarna nieuwe aanslagen mocht opleggen. De heffingsambtenaar had ook de aanslagen kunnen verminderen, maar verplicht is dit niet. De heffingsambtenaar heeft de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom niet bij beschikking vastgesteld. Het hof stelt daarom de verschuldigde dwangsom vast. Het hoger beroep van X is in zoverre gegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 16