Belanghebbende, X, is eigenaar van een landgoed bestaande uit een boerderij met daarin onder meer een woonhuis en kantoor. Het woonhuis en het kantoor zijn in eerste instantie afgebakend als verschillende WOZ-objecten met WOZ-waarden van € 216.000 respectievelijk € 67.000. Later besluit de heffingsambtenaar deze objecten samen te voegen tot één object met een waarde van € 344.000
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente bij herstel van de objectafbakeningsfout de waarde van het samengevoegde object niet hoger mocht vaststellen dan de opgetelde waarde van de oorspronkelijke losse objecten. In dit geval is de waarde van het nieuwe object hoger doordat de gemeente enkele bijgebouwen die eerst niet waren meegenomen, alsnog in de waardering heeft betrokken. Het hof acht dit in strijd met het vertrouwensbeginsel. X mocht er in dit geval op vertrouwen dat de twee bijgebouwen bij de oorspronkelijke beschikkingen op de juiste wijze in de waardering waren betrokken. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 26 september