X is eigenaar van een appartement. De heffingsambtenaar van Rotterdam stelt de WOZ-waarde voor belastingjaar 2019 vast op € 286.000. Rechtbank Rotterdam bevestigt de waarde die de heffingsambtenaar heeft vastgesteld. X komt in hoger beroep.
Hof Den Haag bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank verwerpt de grief van X dat onvoldoende gegevens zijn verstrekt. X heeft niet gewezen op – en de rechtbank is niet gebleken van – ontbrekende gegevens of documenten. Er valt ook niet in te zien dat en zo ja hoe, de heffingsambtenaar gebruik heeft gemaakt van gegevens die niet terug te vinden zijn in het taxatierapport en de toelichting daarop in het verweerschrift en ter zitting. Het hof bevestigt dat niet is gebleken van ontbrekende gegevens of documenten. X heeft geen recht op inzage in de onderliggende stukken van (bezwaar)procedures die andere eigenaren van woningen in het appartementencomplex hebben gevoerd. Het hof bevestigt de vastgestelde waarde en oordeelt dat, anders dan X meent, aan de verhouding tussen voor twee of meer opvolgende kalenderjaren vastgestelde waarden van de woning geen betekenis kan worden toegekend.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 40a
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 16 november