Rechtbank Gelderland oordeelt met een beroep op vaste jurisprudentie dat de heffingsambtenaar ten onrechte heeft geweigerd een medebelanghebbendebeschikking af te geven aan Y. 

X is eigenaar van een woning. Hij is in gemeenschap van goederen gehuwd. Aan X is een WOZ-beschikking voor belastingjaar 2012 afgegeven. Hij maakt hiertegen geen bezwaar. Begin 2013 vraagt Y, de echtgenote van X, om een WOZ-beschikking voor belastingjaar 2012 op haar eigen naam. De heffingsambtenaar van de gemeente Apeldoorn weigert dit. In geschil is de vraag of dat terecht is. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de heffingsambtenaar ten onrechte heeft geweigerd de medebelanghebbendebeschikking in de zin van art. 28 Wet WOZ af te gegeven (vgl. Hof Arnhem-Leeuwarden 18 juni 2013, ECLI:NL:GHARL:2013:4345). De rechtbank verwerpt het standpunt van de heffingsambtenaar dat het niet de bedoeling van de wetgever is geweest om met toepassing van art. 28 Wet WOZ voor echtgenoten een mogelijkheid te creëren om de wettelijk voorgeschreven bezwaartermijn te omzeilen.

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 28

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 16 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen