De wrakingskamer van Hof Den Haag oordeelt dat het geslacht van een rechter geen reden kan zijn voor wraking.

X dient een wrakingsverzoek in omdat zijn verzoek om uitstel van de zitting is afgewezen door drie vrouwelijke raadsheren van Hof Amsterdam. Volgens X heeft de vrouwelijke rechter in eerste aanleg een dubieuze, vooringenomen en niet-objectieve uitspraak gedaan en de drie vrouwelijke raadsheren in hoger beroep konden volgens hem zijn beïnvloed door een gevoel van "vrouwensolidariteit".

De wrakingskamer van Hof Den Haag oordeelt dat het geslacht van een rechter geen reden kan zijn voor wraking. Het enkele feit dat de behandelende meervoudige kamer geheel bestaat uit vrouwen, levert geen aanwijzing op voor een objectief gerechtvaardigde vrees voor het ontbreken van onpartijdigheid van de raadsheren. De afwijzing door het hof van het verzoek van X om uitstel van de mondelinge behandeling is een processuele beslissing. Alleen processuele beslissingen die – kort gezegd – volstrekt onbegrijpelijk zijn, kunnen reden zijn voor wraking. Wat X heeft gesteld, levert geen omstandigheid op die tot die conclusie zou kunnen leiden. In het licht van de taak van Hof Amsterdam om de voortgang van procedure te bewaken en het feit dat de zittingsdatum was vastgesteld op 26 juni 2018, na een eerder aanhoudingsverzoek van X en met inachtneming van de door hem opgegeven verhinderdata, is de schijn van vooringenomenheid jegens X volgens de wrakingskamer op geen enkele wijze gewekt. De wrakingskamer wijst het verzoek tot wraking af.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 21 augustus

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen