Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het bij de bepaling van de hoogte van de verschuldigde erfbelasting niet zozeer gaat om de omvang van de (erfrechtelijke) nalatenschap maar om de omvang van de verkrijging van belanghebbende.

Erflaatster benoemt bij testament haar zoon tot enig erfgenaam en executeur van haar nalatenschap en onterft X, haar dochter. Erflaatster overlijdt in 2015. X doet een beroep op haar legitieme portie, zijnde een/zesde deel van de legitimaire massa. X en de erfgenaam treffen uiteindelijk in 2017 een minnelijke regeling. De hieruit voortvloeiende vaststellingsovereenkomst, waarbij aan de activazijde een pand ter waarde van € 360.000 is opgenomen, wordt door beiden ondertekend. X stelt naderhand dat erflaatster het pand bij leven aan de erfgenaam had geschonken tegen kwijting van de koopsom. De vraag rijst of de waarde van het pand moet worden meegenomen bij de bepaling van de erfrechtelijke verkrijging van X. Volgens X is de navorderingsaanslag erfbelasting tot een te hoog bedrag opgelegd. Het betreft een in het verleden gedane schenking waarbij schenkbelasting is geheven, hierdoor kan het nu niet nogmaals leiden tot een heffing erfbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het bij de bepaling van de hoogte van de verschuldigde erfbelasting niet gaat om de omvang van de (erfrechtelijke) nalatenschap maar om de omvang van de verkrijging van belanghebbende. De rechtshandelingen die hebben plaatsgevonden moeten ieder op zich worden gekwalificeerd voor fiscale doeleinden. X heeft bij vaststellingsovereenkomst, waarbij haar aanspraak op de legitieme portie is vastgesteld, duidelijke afspraken gemaakt over haar verkrijging. Over deze verkrijging is zij dan ook erfbelasting verschuldigd. Voor de omvang van de verkrijging is op basis van de wet niet relevant of in het kader van een andere rechtsverhouding tussen andere personen met betrekking tot hetzelfde bedrag (ook) een heffing heeft plaatsgevonden (of had moeten plaatsvinden). Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 4 65

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 30 december

61

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen