Rechtbank Breda oordeelt dat de bepalingen van het Handvest Grondrechten EU niet van toepassing zijn op de heffing van overdrachtsbelasting.

X voldoet op 11 juli 2011 € 5.040 (6%) aan overdrachtsbelasting voor de door hem in 2011 gekochte woning. X stelt dat de heffing van overdrachtsbelasting een inbreuk vormt op het recht op eigendom (art. 17 Handvest Grondrechten EU).

Rechtbank Breda stelt vast dat er in deze zaak geen sprake is van uitvoering van enige bepaling van het EU-recht. Gezien art. 51 Handvest kunnen de bepalingen van het Handvest in deze zaak dan niet worden toegepast. Verder is de rechtbank ook van mening dat toepassing van het verlaagde overdrachtsbelastingtarief van 2% vanaf 15 juni 2011 niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Volgens de rechtbank heeft de wetgever namelijk gegronde redenen gegeven waarom de tariefsverlaging niet verder terugwerkt dan tot 15 juni 2011. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Breda

3

Gerelateerde artikelen