X is eigenaar van een vrijstaande woning en is het niet eens met de WOZ-waarde 2019. In hoger beroep past de heffingsambtenaar diverse objectkenmerken aan in vergelijking met hetgeen hij inbracht in beroep. Dit vanwege de opmerking van X dat de inhoud van het hoofdgebouw niet correct is. X verwijst hiervoor slechts naar diverse bouwtekeningen.
Hof ’s-Hertogenbosch gaat er vanuit dat de objectkenmerken in hoger beroep juist zijn. De heffingsambtenaar heeft de kenmerken in hoger beroep aangepast en X geeft niet aan welke kenmerken onjuist zouden zijn. De heffingsambtenaar maakt aannemelijk dat de WOZ-waarde niet te hoog is. Zo hanteert de heffingsambtenaar een lagere kubieke meterprijs van € 387 ten opzichte van een gemiddelde kubieke meterprijs van € 455 voor de referentieverkopen vanwege afnemend grensnut. Daarnaast hanteert de heffingsambtenaar een correctie van 10% voor de onderhoudsstaat. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17