Hof Den Haag oordeelt dat partijen vrij zijn om zelf een waarderingsmethode te kiezen voor de onderbouwing van hun standpunt. De heffingsambtenaar is niet verplicht om de huurwaardekapitalisatiemethode toe te passen bij een kantoorpand met een dubbele bestemming.

X is eigenaar van een monumentaal kantoorpand. Op dit pand rust eveneens een woonbestemming. X vindt dat de heffingsambtenaar het kantoorpand moet waarderen door middel van de huurwaardekapitalisatiemethode. Hij mag daarbij volgens X niet kijken naar verkochte panden die zijn getransformeerd naar woningen.

Hof Den Haag oordeelt dat waarderingsmethoden slechts een hulpmiddel zijn bij het aannemelijk maken van de waarde. Partijen zijn daarom vrij om een waarderingsmethode te kiezen. Het is niet ondenkbaar dat een potentiële koper het pand na aankoop zal verbouwen tot woning. Dit aspect is dus van belang bij de waardering. In deze zaak maakt de heffingsambtenaar de waarde echter niet aannemelijk. Zo maakt hij bijvoorbeeld niet inzichtelijk hoe de differentiatiepercentages per etage tot stand zijn gekomen. Omdat X de door haar bepleite waarde ook niet aannemelijk maakt, stelt het hof de waarde schattenderwijs vast op € 1.020.000. Het hoger beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Den Haag

5

Gerelateerde artikelen