De heer X koopt in januari 2015 in België een Nissan personenauto voor € 6.250 (exclusief btw en BPM). De km-stand was toen 794. De datum van eerste toelating is 23 oktober 2014. De historische nieuwprijs is € 17.380. In het kader van de BPM-aangifte is de handelsinkoopwaarde getaxeerd op € 1.225, zijnde de koerslijstwaarde van € 11.825 minus de schade van € 10.600. X voldoet vervolgens € 155 aan BPM. In geschil is of terecht een naheffingsaanslag is opgelegd van € 701 en een boete van 50%. De inspecteur heeft de naheffing gebaseerd op een waardebepaling door Domeinen Roerende Zaken (DRZ). De handelsinkoopwaarde voor de auto is daarbij vastgesteld op € 6.749 (inclusief schade). Niet meer in geschil is dat de boete moet worden vernietigd.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat uit de wetsgeschiedenis niet kan worden afgeleid dat gegevens uit koerslijsten niet bruikbaar zijn als wordt gekozen voor een taxatie (zie Hof Arnhem-Leeuwarden 7 juni 2016, nr. 14/00177, V-N 2016/46.17.1). De taxateur van X is terecht uitgegaan van de koerslijstwaarde van € 11.825 en DRZ heeft de herstelkosten terecht begroot op € 8.164. Ondanks dat de onderhavige auto niet tot het exclusieve segment behoort, is er geen reden om de vier maanden oude auto niet naar nieuwstaat terug te brengen. De herstelkosten kunnen dus volledig in mindering worden gebracht. Voorts moet rekening worden gehouden met het twee maanden latere tijdstip van registratie. De naheffing wordt verminderd tot € 282. Het beroep van X is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 12 december