Hof ’s-Gravenhage oordeelt in afwijking van de rechtbank dat X terecht een naheffingsaanslag heeft gekregen.

Belanghebbende, X, parkeert haar auto op 6 januari 2010 op een parkeerplaats in de gemeente Den Haag waar alleen tegen betaling van parkeerbelasting geparkeerd mag worden. Omstreeks 9:51 uur constateert een parkeercontroleur dat de parkeerbelasting niet is betaald en legt een naheffingsaanslag op. In de auto is wel een transponderkaart aanwezig voor parkeren met Park-line (gsm-parkeren), maar de parkeercontroleur stelt vast dat bij Park-line geen aangemelde parkeermutatie is vastgesteld. In beroep vernietigt Rechtbank ’s-Gravenhage de naheffingsaanslag. De rechtbank overweegt dat X de vereiste voortvarendheid heeft betracht door direct na het uitstappen van de auto en het binnengaan van de naastgelegen winkel te beginnen met het inbellen op Park-line.

Hof ’s-Gravenhage oordeelt in afwijking van de rechtbank dat X terecht een naheffingsaanslag heeft gekregen en overweegt daarbij als volgt. De naheffingsaanslag is opgelegd om 9:51 uur. Uit het door de heffingsambtenaar overgelegde “Overzicht parkeeracties van 01-01-2010 00:00 t/m 17-01-2010 23:59” blijkt dat X met Park-line een geslaagde aanmelding deed op 6 januari 2010 om 9:53:42. Het parkeren duurde één minuut waarna afmelding plaatsvond en het betaalde parkeren werd beëindigd. Van andere aanmeldingen blijkt niet uit voormeld overzicht en het hof acht die ook niet aannemelijk. De heffingsambtenaar heeft geloofwaardig gesteld dat de voor het gsm-parkeren noodzakelijke voldoeninghandelingen ongeveer 30 seconden vergen. Tevens heeft de heffingsambtenaar geloofwaardig gesteld dat een parkeercontroleur ongeveer vier minuten bezig is met het constateren dat de verschuldigde belasting niet is voldaan en het zich er van vergewissen dat de parkeerder niet met voldoeninghandelingen bezig is. Dat betekent dat er een tijdspanne van zes minuten en 42 seconden minimaal is verstreken voordat X een geslaagde melding bij Park-line deed en daarmee de voor het ter plaatse parkeren verschuldigde belasting voldeed. Conclusie is dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij onverwijld de handelingen heeft verricht noodzakelijk om de door haar verschuldigde parkeerbelasting te voldoen

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Gemeentewet artikel 225

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof 's-Gravenhage

Editie: 3 januari

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen