Hof Arnhem-Leeuwarden verleent X bv alsnog de gevraagde extra teruggaaf afvalstoffenbelasting van € 6.963.648.

Belanghebbende, X nv, exploiteert een afvalstoffendepot. Zij doet op 1 februari 2012 aangifte van de over december 2011 verschuldigde afvalstoffenbelasting voor een bedrag van negatief € 846.887. De inspecteur verleent op 29 februari 2012 teruggaaf van dit bedrag. Vervolgens maakt X nv op 7 maart 2012 bezwaar tegen de eigen aangifte en verzoekt op grond van overgangsrecht om teruggaaf van € 6.963.648 voor na 1 januari 2012 nog af te voeren brandbaar afval. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X nv recht heeft op deze teruggaaf, maar Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X nv het teruggaafverzoek te laat heeft ingediend. De Hoge Raad oordeelt echter dat het verzoek niet aan een termijn is gebonden en wijst de zaak terug naar Hof Arnhem-Leeuwarden (HR 8 september 2018, nr. 15/05939, V-N 2017/43.22).

Hof Arnhem-Leeuwarden verleent X bv alsnog de gevraagde extra teruggaaf afvalstoffenbelasting van € 6.963.648. Het hof acht aannemelijk dat bij binnenkomst en ook steeds daarna sprake was van een concreet voornemen tot het afvoeren ter verbranding van de per 31 december 2011 nog in het depot resterende 80.121 ton aan brandbare afvalstoffen. Niet gebleken is dat X nv te lang heeft gewacht. Gelet op het voorgaande moet de teruggaafbeschikking worden vastgesteld op € 7.810.535 (€ 846.887 vermeerderd met € 6.963.648). De rechtbank heeft dit laatste miskend, zodat in zoverre het hoger beroep van X nv gegrond is.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet milieubeheer 89

Wet milieubeheer 27

Wet milieubeheer 22

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Milieuheffingen

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 19 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen