Belanghebbende, X, is gerechtigd tot een vrijstaande woonboerderij uit circa 1890 gelegen in de gemeente Westerveld. De afwerking van de onroerende zaak is gebrekkig, de voorzieningen zijn gedateerd en de indeling is ongunstig. Verder zijn de ligging en de bereikbaarheid ongunstig en is de woning slecht geïsoleerd. Na bezwaar verlaagt de gemeente de WOZ-waarde 2010 van € 537.000 naar € 440.000. X wenst in beroep een verdere verlaging en wel naar € 300.000. Rechtbank Assen oordeelt dat de gemeente niet aannemelijk maakt dat de waarde € 440.000 bedraagt en dat X niet aannemelijk maakt dat de waarde € 300.000 moet bedragen. De rechtbank stelt de waarde in goede justitie vast op € 410.000. X stelt hoger beroep in. De gemeente conformeert zich aan de door de rechtbank bepaalde waarde.
Hof Leeuwarden sluit zich in hoger beroep aan bij de door de rechtbank in goede justitie vastgestelde WOZ-waarde van € 410.000. Het is in hoger beroep aan X om de in dit stadium door hem bepleite waarde van € 310.000 aannemelijk te maken. Volgens het hof is X hierin niet geslaagd. In het door X overgelegde taxatierapport wordt de waarde niet inzichtelijk gemaakt en worden referentiewoningen opgevoerd die qua ligging niet vergelijkbaar zijn en die te ver van de peildatum zijn verkocht. Dat de Belastingdienst bij de aanslag successierecht een waarde van € 270.000 heeft gevolgd, brengt het Hof niet tot een ander oordeel. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Leeuwarden