Belanghebbende, X, is eigenaar van een gasgestookte warmtekrachtcentrale (hierna: WKC). In geschil is de WOZ-waarde voor de jaren 2009 en 2010. In 2013 is de centrale buiten gebruik gesteld. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat noch het aantal draaiuren, noch het energetische rendement van de WKC goede maatstaven zijn voor de economische veroudering van de opstal, omdat deze maatstaven geen betrekking hebben op de opstal als zodanig. De Hoge Raad oordeelt dat de disfunctionaliteit van de tot de centrale behorende installaties wel in aanmerking moet worden genomen bij de waardering van de opstallen (HR 10 juli 2015, nr. 14/05141, V-N 2015/38.22).
Hof Arnhem-Leeuwarden stelt na verwijzing de WOZ-waarde van de WKC van X in goede justitie vast op € 2000.000 respectievelijk € 1.900.000 (was na bezwaar € 2.222.000 en € 2.236.000). X heeft volgens het hof voldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van economische veroudering als gevolg van ingrijpend verslechterende marktomstandigheden en een achterblijvend energetisch rendement van (de gasturbine van) de WKC. De heffingsambtenaar heeft met genoemde economische veroudering onvoldoende rekening gehouden bij de waardebepaling. De door X bepleite waardevermindering, gebaseerd op een vergelijking van het feitelijk behaalde rendement van de WKC van X en het maximaal te behalen rendement van een moderne centrale, wordt door het hof niet gevolgd. Het hof verwerpt ook de bedrijfswaardeberekening van X en stelt de WOZ-waarde in goede justitie vast.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17-3