Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het aantal feitelijke draaiuren en het rendement geen goede maatstaven zijn voor de economische veroudering van het gebouw, omdat die maatstaven geen betrekking hebben op het gebouw als zodanig. 

Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een gasgestookte warmtekrachtcentrale. In geschil is de WOZ-waarde van deze onroerende zaak voor het jaar 2009. De heffingsambtenaar neemt als vertrekpunt bij de bepaling van de gecorrigeerde vervangingswaarde de door X bv aangehouden waarde. In geschil is de hoogte van de in aanmerking te nemen vermindering van de waarde van het gebouw wegens economische (functionele) veroudering. X bv baseert de functionele veroudering op het geringer geworden aantal feitelijke draaiuren van de centrale in verband met de verminderde vraag naar stoom en elektriciteit.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het aantal feitelijke draaiuren en het rendement geen goede maatstaven zijn voor de economische veroudering van het gebouw, omdat die maatstaven geen betrekking hebben op het gebouw als zodanig. Deze factoren kunnen wellicht wel van belang zijn bij de benadering van een (lagere) bedrijfswaarde, maar X bv heeft in deze procedure er bewust van afgezien het bewijs te leveren dat de gecorrigeerde vervangingswaarde gesteld zou moeten worden op een (lagere) bedrijfswaarde (HR 8 juli 1992, 27.678, BNB 1992/298). Hiermee komt de grondslag aan het rapport van X bv te ontvallen. Het Hof stelt de WOZ-waarde in goede justitie vast.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17-3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

1

Gerelateerde artikelen