Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat door het nieuwe standpunt van X in hoger beroep de beslissing van de rechtbank dat het beroep niet-ontvankelijk is niet in stand kan blijven. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

Aan belanghebbende, X, is een bedrag van € 17 aan vervolgingskosten in rekening gebracht. X vraagt via haar gemachtigde om de kosten te schrappen omdat zij reeds uitstel van betaling heeft gevraagd. De ontvanger beschouwt deze brief als bezwaar, wijst het bezwaar toe en vermindert de kosten tot € 0. Na ontvangst van de uitspraak op bezwaar van 27 maart 2020 vraagt X om toekenning van een bezwaarkostenvergoeding. Dit verzoek komt bij de ontvanger binnen op 2 april 2020. Per brief van 6 oktober 2020 wijst de ontvanger dit verzoek af omdat het te laat is gedaan. Op 19 oktober 2020 komt bij de rechtbank het beroep binnen. Rechtbank Noord-Nederland verklaart het beroep van X gericht tegen de geweigerde proceskostenvergoeding wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2022/795) oordeelt dat door het nieuwe standpunt van X in hoger beroep de beslissing van de rechtbank dat het beroep niet-ontvankelijk is niet in stand kan blijven. Het nieuwe standpunt houdt in dat X enkel beroep heeft ingesteld om een vergoeding te krijgen van de kosten die betrekking hebben op het verkrijgen van uitstel van betaling. Gelet op de grote mate van stelligheid van de gemachtigde van X en het feit dat de processuele belangen van de ontvanger niet worden geschaad, ziet het hof geen reden de gemachtigde niet te volgen. Nu tegen beslissingen over uitstel van betaling geen bezwaar en beroep mogelijk is bij de belastingrechter, had de rechtbank zich onbevoegd moeten verklaren. Het hoger beroep van X is gegrond, maar X krijgt geen proceskostenvergoeding omdat de noodzaak tot het instellen van hoger beroep uitsluitend voortvloeide uit de handelwijze van X. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 26

Invorderingswet 1990 25

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

10

Gerelateerde artikelen