Belanghebbende, X, is eigenaar van een vrijstaande woning met garage gelegen in de gemeente Millingen aan de Rijn. In 2003 heeft X na de verdeling van de nalatenschap van zijn overleden oom 46,6% van de eigendom van de (verhuurde) woning gekocht voor een bedrag van € 102.783. De heffingsambtenaar van de gemeente heeft de WOZ-waarde 2009 vastgesteld op een bedrag van € 276.000. X bepleit een lagere waarde.
Hof Arnhem oordeelt dat de gemeente bij het vaststellen van de WOZ-waarde 2009 geen rekening heeft gehouden met de bovenverdieping die op 1 januari 2009 nog niet was afgebouwd. X heeft gemotiveerd gesteld dat dit rompslomp meebrengt en een beperkte gebruiksmogelijkheid. Nu X zich niet heeft uitgelaten over de omvang van de waardedruk stelt het hof deze in goede justitie vast op € 11.000. Het hof ziet geen reden de WOZ-waarde verder te verlagen op basis van de eigen koopsom uit 2003. Het hof wijst erop dat a) de verkoop te ver verwijderd is van de waardepeildatum en b) dat het een verkoop in verhuurde staat betrof. Het hof gaat ook voorbij aan een door X overgelegde taxatie aangezien de getaxeerde waarde van € 230.000 op geen enkele manier is onderbouwd. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en verlaagt de WOZ-waarde naar € 265.000.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem