X is eigenaar van een eindwoning in de gemeente Bussum die is gelegen tegenover een laag flatgebouw. In geschil is of de heffingsambtenaar bij het bepalen van de WOZ-waarde van de woning van X voldoende rekening heeft gehouden met de ligging.
Hof Arnhem-Leeuwarden is het eens met X dat de gemeente bij het bepalen van de WOZ-waarde van de woning onvoldoende rekening heeft gehouden met de ligging tegenover een flatgebouw. Voor de vergelijkingspanden heeft de heffingsambtenaar een 10% reductie op de grondwaarde berekend in verband met de ongunstige ligging van die woningen op het perceel. Mede gelet op de ter zitting overgelegde foto's is het hof van oordeel dat het uitzicht op het tegenoverliggende flatgebouw voor de woning van X een relatief grotere negatieve invloed op de (grond)waarde heeft dan voor de vergelijkingspanden. Een aftrekpost van eveneens 10% is dan te laag. Het hof verlaagt de WOZ-waarde naar een bedrag van € 460.000. De door X bepleite waarde van € 450.000 acht het hof te laag.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17