Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de aanduiding van het object op de beschikking voldoende specifiek is. Daarna besluit het hof tot een verlaging van de WOZ-waarde.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een stuk grond van circa 9.430 m². In geschil is de WOZ-waarde 2005 die door de heffingsambtenaar is vastgesteld op € 37.000. X, zelf taxateur van beroep, bepleit een waarde van € 20.000.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt allereerst dat de aanduiding van het object op de beschikking als ‘a-straat 6 grd' voldoende specifiek is. Het hof merkt op dat art. 23 Wet WOZ slechts een aanduiding van de onroerende zaak eist en geen specifieke eisen stelt aan de wijze waarop de onroerende zaak moet worden aangeduid. Door de aanduiding ‘grd' (grond) moet het X bij de ontvangst duidelijk zijn geweest dat de beschikking betrekking heeft op het perceel grond. Wat betreft de WOZ-waarde oordeelt het hof dat de referentieverkopen te ver van de peildatum zijn gerealiseerd en dat die bovendien graslandpercelen betreffen terwijl het in feite gaat om een perceel water, bos struiken en een weg. De taxatie van X wordt door het hof evenmin gevolgd: de taxatie ontbeert objectief verifieerbare gegevens en is bovendien door X zelf opgemaakt en niet door een onafhankelijke derde. Het hof verlaagt de WOZ-waarde in goede justitie naar € 30.000.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

14

Gerelateerde artikelen