Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een woonbedrijfspand bestaande uit café/barruimte van 58 m² en opslag/magazijnruimte. In het pand was een horecaonderneming gevestigd die op 1 april 2007 is beëindigd. In het buurpand heeft een brand gewoed. Vóór deze brand is het woonbedrijfspand te koop aangeboden voor een vraagprijs van € 340.000. Na de brand is het object te koop aangeboden voor een nader overeen te komen prijs. Er zijn drie biedingen geweest variërend van € 120.000 tot € 125.000. In geschil is de WOZ-waarde 2008 die door de heffingsambtenaar van de gemeente Dordrecht is vastgesteld op een bedrag van € 215.000. Rechtbank Dordrecht verklaart het beroep van X ongegrond.
Hof 's-Gravenhage verlaagt in hoger beroep de WOZ-waarde van het woonbedrijfspand van X van € 215.000 naar € 150.000. De heffingsambtenaar heeft niet aannemelijk gemaakt dat de WOZ-waarde € 215.000 moet bedragen. Op geen enkele manier heeft hij inzicht gegeven hoe de WOZ-waarde van € 215.000 volgt uit de huuropbrengsten van twee panden en de verkoopprijs van een ander pand. Ook is niet duidelijk hoe de gemeente rekening heeft gehouden met de verschillen tussen de referentiepanden en het pand van X. Gelet op de recente biedingen op het pand – die door X niet zijn geaccepteerd - acht het hof aannemelijk dat de WOZ-waarde € 150.000 bedraagt. De heffingsgrondslag voor de gebruikersbelasting OZB wordt in lijn met de verlaging van de WOZ-waarde verlaagd van € 138.000 naar € 96.280.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof 's-Gravenhage