Hof Amsterdam oordeelt dat de voor toekenning van immateriële schadevergoeding in aanmerking te nemen periode is geëindigd door een brief van de inspecteur waarmee aan het geschil over de belastingheffing een einde is gekomen.

X stelt beroep in tegen een beslissing van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam. Rechtbank Noord-Holland kent X een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn toe van € 1500. De inspecteur gaat in hoger beroep.

Hof Amsterdam oordeelt dat de voor toekenning van immateriële schadevergoeding in aanmerking te nemen periode is geëindigd door een brief van de inspecteur waarmee aan het geschil over de belastingheffing een einde is gekomen. Het hof verwijst naar HR 2 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1128, V-N 2022/38.16 en vermindert de schadevergoeding tot € 500. X heeft hier ook mee ingestemd. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:29

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

2

Gerelateerde artikelen