Hof Amsterdam oordeelt dat beide partijen de door hen bepleite waarde niet aannemelijk maken maar handhaaft desondanks de na bezwaar door de heffingsambtenaar verdedigde waarde van € 639.000.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een twee-onder-één-kapwoning in de gemeente Muiden. In bezwaar wordt de WOZ-waarde 2008 van deze woning verlaagd van € 809.000 naar € 639.000. Rechtbank Amsterdam verklaart het beroep van X vervolgens ongegrond. In hoger beroep bepleit X een waarde van € 499.500.

Hof Amsterdam oordeelt dat beide partijen de door hen bepleite waarde niet aannemelijk maken maar handhaaft desondanks de na bezwaar door de heffingsambtenaar verdedigde waarde van € 639.000. Het hof overweegt dat de referentiewoningen die de gemeente in haar rapport noemt qua ligging niet vergelijkbaar zijn. Deze woningen zijn namelijk gelegen in een dorp en niet zoals de woning van X op circa 200 meter van een spoorlijn en van de A1 en in de nabijheid van een hoogspanningsverbinding. Evenals de rechtbank schuift het hof ook het taxatierapport van X terzijde nu daarin van een onjuiste waardepeildatum wordt uitgegaan. Het hof concludeert vervolgens op basis van de verkoopprijs van een bouwkavel met een vergelijkbare ligging (verkoopprijs € 550.000) dat een waarde van € 639.000 niet te hoog is voor de woning van X (grotere kavel met woning van 838 m³). Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Amsterdam

1

Gerelateerde artikelen