X bv maakt bezwaar tegen een naheffingsaanslag loonheffingen, een beschikking heffingsrente en een boetebeschikking. Tijdens het beroep in eerste aanleg vernietigt de inspecteur al deze beschikkingen en zegt hij toe de in redelijkheid in de bezwaarfase gemaakte kosten aan X bv te vergoeden. Rechtbank Gelderland stelt de in redelijkheid gemaakte kosten vast op € 4259 voor de bezwaarfase en € 735 voor het beroep. In hoger beroep stelt X bv dat zij voor de behandeling van het bezwaar recht heeft op vergoeding van de volledige kosten (€ 19.506,55).
Hof Arnhem-Leeuwarden acht de door de rechtbank vastgestelde kostenvergoeding van € 4259 redelijk. Omdat de inspecteur erkend heeft dat er sprake is van bijzondere omstandigheden kan in dit geval van het forfait worden afgeweken. De kosten die betrekking hebben op de fase voorafgaand aan het opleggen van de aanslag, komen echter niet voor vergoeding in aanmerking. X bv heeft niet aannemelijk gemaakt dat aan de behandeling van het bezwaar meer uren zijn besteed dan de inspecteur in aanmerking heeft genomen. Daarnaast heeft X bv geen inzicht gegeven in de advocaatkosten zodat niet duidelijk is of deze kosten zijn gemaakt voor de behandeling van het bezwaar tegen de naheffingsaanslag loonheffingen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:15-2
Besluit proceskosten bestuursrecht 2-3