X gaat in bezwaar en beroep tegen een aan haar opgelegde aanslag IB/PVV 2011. X is woonachtig in Lelystad. Zij stelt zich op het standpunt dat gelet op haar woonplaats Rechtbank Midden-Nederland bevoegd is. De in hoger beroep bestreden uitspraak is dus door een onbevoegde rechtbank (Rechtbank Noord-Nederland) gedaan.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat Rechtbank Noord-Nederland bevoegd was om van het beroep van X tegen de aanslag IB/PVV 2011 kennis te nemen. Dit op grond van art. 7 en 15 Wet op de rechterlijke indeling juncto art. 2 lid 2 van de Regeling tijdelijke aanwijzing bevoegde gerechten. Aangezien de zittingslocatie Groningen behoort tot de Rechtbank Noord-Nederland, faalt de stelling van X dat de rechtbank de zitting niet in die stad had mogen houden. Volgens het zaaksverdelingsreglement worden rijksbelastingzaken in Groningen ter zitting behandeld. Het hof wijst verder het verzoek van X om uitstel van de zitting af. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:7