Belanghebbende, X, verzoekt om de aanslagen IB/PVV over de jaren 2006 t/m 2009 ambtshalve te verminderen. De inspecteur wijst het verzoek af voor de jaren 2006 en 2007 (wegens termijnoverschrijding) en komt ten dele tegemoet aan het verzoek voor de jaren 2008 en 2009. X maakt bezwaar. De inspecteur verklaart deze bezwaren ongegrond. Rechtbank Gelderland verklaart de bezwaren in beroep alsnog niet-ontvankelijk.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van de rechtbank dat er geen bezwaar mogelijk is tegen de beslissingen van de inspecteur op de verzoeken van X om de aanslagen IB/PVV 2006 t/m 2009 ambtshalve te verminderen. Art. 9.6 Wet IB 2001, dat vanaf 1 januari 2010 wel bezwaar mogelijk maakt, mist in dit geval toepassing omdat het verzoek van X betrekking heeft op aanslagen van voor 2010. Het hof overweegt dat het fiscale stelsel van rechtsmiddelen geen strijd oplevert met art. 6 EVRM. De rechtbank heeft zich terecht onbevoegd geacht met betrekking tot het verzoek van X om toekenning van een dwangsom wegens niet tijdig beslissen. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Algemene wet inzake rijksbelastingen 26
Algemene wet bestuursrecht 7:1
Algemene wet inzake rijksbelastingen 65
Wet inkomstenbelasting 2001 9.6