Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een gebouw uit 2007 bestaande uit een praktijkruimte (288 m³) met daarboven een woning (355 m³). In geschil zijn de WOZ-waarden 2009 die door de heffingsambtenaar van de gemeente Rijnwoude zijn vastgesteld op € 244.000 respectievelijk € 262.000.
Hof 's-Gravenhage oordeelt in navolging van Rechtbank 's-Gravenhage dat de WOZ-waarden van de praktijkruimte en de woning niet te hoog zijn vastgesteld. De gemiddelde huurprijs per m² voor de praktijkruimte heeft de heffingsambtenaar voldoende onderbouwd met de gerealiseerde huurprijzen van twee vergelijkbare panden. Het hof schuift de waardebepalingen van drie door X ingeschakelde makelaars terzijde omdat een van hen geen inzicht geeft in de totstandkoming van de waardebepaling en de andere twee een ander waardebegrip (waarde in verhuurde staat) hanteren dan waarvan de Wet WOZ uitgaat. De daadwerkelijk betaalde jaarhuur voor de praktijk is volgens het hof niet zakelijk. Ook de WOZ-waarde van de woning is niet te hoog. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof 's-Gravenhage