Rechtbank Gelderland oordeelt dat Indiër X kwalificeert als een ingekomen werknemer en dat de 30%-regeling kan worden toegepast. X heeft op 31 augustus 2018 namelijk geen duurzame band van persoonlijke aard met Nederland.
Belanghebbende, X, heeft de Indiase nationaliteit en verblijft sinds januari 2017 in Nederland, eerst om te studeren en na het voltooien van de studie om te solliciteren. Op 31 augustus 2018 sluit X een arbeidsovereenkomst met A bv. Per 1 september 2019 treedt X in dienst bij B bv. X en B bv verzoeken om toepassing van de 30%-regeling. De inspecteur wijst het verzoek af omdat X volgens hem geen ingekomen werknemer is.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X kwalificeert als een ingekomen werknemer en dat de 30%-regeling kan worden toegepast. X heeft op 31 augustus 2018 namelijk geen duurzame band van persoonlijke aard met Nederland. Dat X al vanaf januari 2017 in Nederland verblijft, is niet van belang omdat dat verblijf steeds tijdelijk van aard was. Dit blijkt ook uit de aan X verleende tijdelijke verblijfsvergunningen voor zijn studie en sollicitaties. De rechtbank merkt verder nog op dat uit de sollicitaties valt op te maken dat X zich bij het zoeken naar werk niet heeft gericht op Nederland in het bijzonder. De rechtbank wijst het verzoek tot toepassing van de 30%-regeling toe met ingang van 1 september 2019 voor de duur van 28 maanden.
Lees ook het thema De 30%-regeling.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10e
Wet op de loonbelasting 1964 31a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 5 april