X exploiteert een adviesbureau. In zijn IB-aangifte geeft X ROW-inkomsten aan, maar geen winst uit zijn onderneming. Omdat uit de BTW-aangiften blijkt dat X een omzet van € 23.000 heeft gerealiseerd, corrigeert de inspecteur de IB-aangifte. X is het daar niet mee eens en stelt dat ten onrechte geen rekening is gehouden met twee creditnota’s.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het bedrag van de creditnota’s niet ten laste van het belastbare ROW kan worden gebracht. X maakt niet aannemelijk dat de door hem overgelegde creditnota’s realiteitszin hebben. De rechtbank overweegt dat onduidelijk is welke facturen met de creditnota’s gecrediteerd zouden moeten worden. Ook de door X genoemde reden voor het crediteren acht de rechtbank onwaarschijnlijk. Verder maakt X ook niet aannemelijk dat hij meer kosten heeft gemaakt dan de door de inspecteur geaccepteerde € 3175. Het gelijk is aan de inspecteur. De aanslag blijft in stand.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 5 april