Hof Arnhem-Leeuwarden staat verrekening van de door (niet-)verdragslanden geheven buitenlandse belasting met de door X verschuldigde inkomstenbelasting niet toe.
Belanghebbende, X, is een Nederlandse DJ die wereldwijd optreedt. X is enig aandeelhouder van B bv en D. B bv heeft C bv als deelneming. C bv en D sluiten onder andere overeenkomsten voor de werkzaamheden van X, ontvangen de gages van de optredens en betalen de zakelijke kosten. D is in de VS fiscaal transparant en dus is de winst bij X persoonlijk belast. In hoger beroep is met name in geschil of X een deel van de ten laste van C bv geheven bronbelasting mag verrekenen met de door X verschuldigde inkomstenbelasting.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat uit de arresten van de Hoge Raad van 9 februari 2007, nr. 40604 (BNB 2007/143), nr. 40465 (BNB 2007/142) en nr. 41478 (BNB 2007/144) niet volgt dat X gerechtigd is de geheven buitenlandse belasting te verrekenen met zijn verschuldigde inkomstenbelasting. Nederland is ook op grond van art. 17 OESO-modelverdrag niet verplicht de geheven buitenlandse belasting te verrekenen met de door X verschuldigde inkomstenbelasting. Ingehouden belasting bij de ene persoon kan niet verrekend worden bij een andere persoon, zij zijn verschillende (fiscale) personen. Het hoger beroep is ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Internationaal belastingrecht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 22 juni