Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het inkomen uit sparen en beleggen ook voor toepassing van het belastingverdrag met Oostenrijk moet worden aangemerkt als een belasting naar het inkomen.

Belanghebbende, X, woont in Oostenrijk. X heeft een woning in Nederland en verricht advieswerkzaamheden vanuit het adres van de woning. Met name is in geschil of het belastingverdrag met Oostenrijk zich tegen een heffing over andere dan de werkelijke inkomsten ter zake van de woning verzet.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het belastbare inkomen uit sparen en beleggen ook voor toepassing van het belastingverdrag met Oostenrijk moet worden aangemerkt als een belasting naar het inkomen. De Inspecteur heeft de WOZ- waarde, die onherroepelijk vaststaat, terecht in aanmerking genomen bij het bepalen van de bezittingen en schulden. Er is geen sprake van opgewekt vertrouwen en het forfaitaire stelsel van box 3 is niet in strijd met art. 1 EP bij het EVRM.

Lees ook het thema Box 3

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.2

Wet inkomstenbelasting 2001 2.4

Wet inkomstenbelasting 2001 7.7

Wet inkomstenbelasting 2001 5.20

Wet inkomstenbelasting 2001 5.19

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen 6

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Waardering onroerende zaken, Internationaal belastingrecht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 27 maart

29

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen