Rechtbank Breda oordeelt dat de inspecteur terecht is uitgegaan van een jaarhuur van € 53.000 voor het pand.

Belanghebbende, X, brengt zijn onderneming per 1 januari 2006 ruisend in een bv in. Zijn belang van 75% in het bedrijfspand gaat over naar zijn privévermogen. X gaat er in zijn IB-aangifte vanuit dat de waarde in het economische verkeer (hierna: WEV) van zijn aandeel in het bedrijfspand per 1 januari 2006 € 333.000 bedraagt. De inspecteur is echter van mening dat de WEV van het aandeel van X € 435.000 bedraagt. De inspecteur hanteert daarbij de bruto aanvangsrendement-methode (hierna: BAR-methode).

Rechtbank Breda oordeelt dat de inspecteur terecht is uitgegaan van een jaarhuur van € 53.000 voor het pand. Ook acht de rechtbank het door de inspecteur gehanteerde BAR van 8,5% correct. Rekening houdend met overdrachts- en andere kosten van in totaal € 43.529 komt de WEV van het gehele pand dan uit op € 580.000 en de waarde van het aandeel van X op € 435.000. De rechtbank wijst er nog wel op dat de inspecteur rekening had moeten houden met de in 2006 gepleegde investeringen van € 70.000. Dit leidt volgens de rechtbank tot een aftrek van € 12.750. De rechtbank stelt de WEV dan ook vast op € 422.250.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Breda

2

Gerelateerde artikelen