Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank de beroepen terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Volgens het hof hoefde de inspecteur het e-mailbericht van 17 november 2017 niet als beroepschrift door te zenden naar de rechtbank.

De inspecteur kondigt op 30 oktober 2017 aan dat de aan X opgelegde navorderingsaanslagen vernietigd zullen worden en dat geen recht bestaat op een immateriële schadevergoeding. In een e-mailbericht van 17 november 2017 meldt X dat hij het eens is met de inhoud van de brief, uitgezonderd het afwijzen van de schadevergoeding. De inspecteur doet vervolgens binnen een paar weken uitspraak op bezwaar. X gaat daarna pas op 30 augustus 2018 in beroep. X stelt dat de inspecteur het e-mailbericht van 17 november 2017 als beroepschrift had moeten doorsturen naar de rechtbank. Rechtbank Noord-Holland verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.

Hof Amsterdam oordeelt dat de rechtbank de beroepen terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Volgens het hof hoefde de inspecteur het e-mailbericht van 17 november 2017 niet op de voet van art. 6:15 lid 1 Awb als beroepschrift door te zenden naar de rechtbank. Uit het e-mailbericht blijkt namelijk slechts dat X het niet eens is met het niet toekennen van een immateriële schadevergoeding. Verder verzoekt hij de inspecteur om een voorstel te doen. Uit deze bewoordingen valt niet op te maken dat X heeft bedoeld daarmee in beroep te gaan tegen de uitspraak op bezwaar. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:15

Algemene wet bestuursrecht 6:10

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 31 juli

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen