Bij de voorlopige aanslag wordt aan X een algemene heffingskorting toegekend van € 2230. Bij de definitieve aanslag wordt de algemene heffingskorting vastgesteld op € 2242. Omdat het verschil slechts € 12 bedraagt, wordt dit bedrag niet aan X uitgekeerd. Het bedrag ligt namelijk onder de aanslaggrens van € 14. X is het hier niet mee eens. In de beroepsfase besluit de inspecteur uiteindelijk toch om het bedrag van € 12 uit te keren.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X geen belang meer heeft bij haar beroep. De inspecteur is namelijk volledig aan haar grief tegemoet gekomen. De rechtbank verklaart het beroep daarom wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 9.4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 13 november