Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur ervan uit mocht gaan dat aan de adviseur van X een toereikende volmacht was verleend om namens hem de IB-aangifte 2017 te doen. De aangiften over voorgaande jaren zijn eveneens door deze adviseur verzorgd.

Nadat X is aangemaand tot het doen van zijn IB-aangifte 2017, dient zijn adviseur uiteindelijk op 18 december 2018 de aangifte in. X is het echter niet eens met de ingediende aangifte en dient in de hoger beroepsfase een nieuwe aangifte in. Volgens X heeft zijn adviseur de aangifte zonder zijn toestemming ingediend. De inspecteur en de rechtbank hadden volgens X alleen maar uitspraak mogen doen na beoordeling van een, met zijn instemming ingediende, herziene aangifte.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur ervan uit mocht gaan dat aan de adviseur van X een toereikende volmacht was verleend om namens hem de IB-aangifte 2017 te doen. De aangiften over voorgaande jaren zijn eveneens door deze adviseur verzorgd. Verder heeft de inspecteur de uitnodiging, herinnering en aanmaning naar het adres van X zelf gezonden. Hetgeen X verder allemaal aanvoert, leidt volgens het hof niet tot de conclusie dat de aanslag te hoog is vastgesteld. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 22 december

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen