Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de correspondentie terecht naar het officiële vestigingsadres van X bv in Luxemburg heeft gestuurd. Dat aan dat adres gezonden stukken onbestelbaar worden geretourneerd, leidt niet tot een onderzoeksplicht voor de inspecteur.

Belanghebbende, X bv, bezit vastgoed en verhuurt het onder andere aan Q. De inspecteur legt ambtshalve een VPB-aanslag 2017 op aan X bv naar een belastbare winst van € 21.300. Omdat X bv geen huur in rekening brengt, gaat de inspecteur uit van een rendement van 5% over de WOZ-waarde van het vastgoed. X bv is het daar niet mee eens en stelt dat er bij de verhuur, ondanks het feit dat geen huur in rekening is gebracht, zakelijk is gehandeld. Verder heeft de inspecteur volgens X bv de stukken niet naar het juiste adres gestuurd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de correspondentie terecht naar het officiële vestigingsadres van X bv in Luxemburg heeft gestuurd. Dat aan dat adres gezonden stukken onbestelbaar worden geretourneerd, betekent niet dat op de inspecteur de plicht rust om te onderzoeken of een door hem gehanteerd adres van een buitenlandse rechtspersoon juist is. Ook heeft de inspecteur de huur juist vastgesteld. Vast staat namelijk dat Q de ubo is, dat hij het vastgoed in 2017 heeft gebruikt en dat dus sprake is van onzakelijk handelen. Dat pas medio 2017 officieel is geregistreerd dat Q de ubo is, is niet van belang. De aanslag blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 6

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 24 april

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen