De geheimhoudingskamer van Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de door de inspecteur voor geheimhouding aangevoerde redenen aanzienlijk zwaarder wegen dan het belang van X bij onbeperkte kennisneming.

Aan X zijn diverse belastingaanslagen met boetes opgelegd. In beroep verzoekt de inspecteur om geheimhouding van interne aantekeningen en drietal interne e-mails van medewerkers van de Belastingdienst c.q. de FIOD.

De geheimhoudingskamer van Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de door de inspecteur voor geheimhouding aangevoerde redenen aanzienlijk zwaarder wegen dan het belang van X bij onbeperkte kennisneming. De inspecteur heeft namelijk recht op vrijheid en vertrouwelijkheid van intern beraad en intercollegiale toetsing. De stukken zullen voorts hun weerslag hebben gevonden in het controlerapport dat reeds aan X ter beschikking is gesteld. Het verzoek van de inspecteur wordt toegewezen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet bestuursrecht 8:29

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 28 april

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen